Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de ruiter te paard toog heen hem tegemoet, en zeide: Zo zegt de koning: [33]Is het vrede? En Jehu zeide: [34]Wat hebt gij met den vrede te doen? Keer om naar achter mij. En de wachter gaf het te kennen, zeggende: De bode is tot hen gekomen, maar hij komt niet weder. 33. Dat is, gaat het wel? Is er geen zwarigheid of onraad? alzo onder, vs.19,22. Zie Gen.29:6. 34. Hebreeuws, wat is u en den vrede? Dat is, wat hebt gij met den vrede te doen? Alzo in vs.19. Zie 2 Sam.16:10.